Wederwaardigheden na zijn dood 

Samengesteld door Ton Hendrikman. 2016

25 juli 1471.

Thomas van Kempen (geb. 1379 of 1380) overlijdt op het feest van Sint Jacobus (25 juli) na de completen en wordt begraven in de oostelijke kruisgang (dit is het oostelijk deel van de transitus) tegen de muur van de kloosterkerk naast broeder Herbort, gestorven 23 september 1470.) Thomas wordt begraven in een met leem bestreken kist en bijgezet op een diepte van tien voet (ong. 3 m) en zeven voet ten oosten van de koordeur af gemeten (aldus pastoor Arnold Waeyer). 

De zestiende eeuw is een tijdperk van grote onrust. De godsdiensttwisten en de daaruit voortvloeiende Tachtigjarige Oorlog hadden een verwoestende uitwerking op het Agnietenklooster. In 1561, nog geen honderd jaar na Thomas overlijden, wordt het klooster opgeheven. De kloosterbibliotheek wordt verkocht en de kostbare boeken raken verstrooid. Enkele gebouwen worden afgebroken en het overig deel krijgt een andere bestemming. In 1580 krijgt het Zwolse stadsbestuur, dat dan de kant van de hervorming heeft gekozen, de goederen van het Agnietenklooster definitief in handen. Men besluit het klooster af te breken. Ondermeer worden met het vrijgekomen materiaal de vestingwerken aangelegd.

1569. Johannes Cuperinus, laatste prior van het klooster op de Agnietenberg, laat een schilderij maken van Thomas op de Agnietenberg in 1569.

1654. Arnold Waeyer laat een schilderij maken van Thomas op de Agnietenberg. Het schilderij van Cuperinus stond waarschijnlijk model. Waeyer laat zichzelf hierop afbeelden, 1654 ?

1658. Pinksteren. Waeyer krijgt bezoek van vormheer, Zacharias, bisschop van Trallen. Waeyer biedt hem aan een kopie van zijn schilderij de laten maken door Andreas Koets (1658) en naar Amsterdam te vervoeren.

28.12.1660. Arnold Waeyer (1606-1692) wordt op 28.12.1660 door Volquerus Herckinge benoemd tot aartspriester van Overijssel en pastoor van Zwolle. In 1666 dient Waeyer bij Johannes van Neercassel zijn ontslag in, maar wordt door Petrus Codde in 1686 opnieuw tot aartspriester verheven. Dit blijft hij tot zijn dood op 11 april 1692. Ten tijde van de opgraving van het gebeente van Thomas a Kempis was Waeyer pastoor van de statie aan de Spiegelsteeg. (Ook pastoor van Zwolle?)

1672. Het rampjaar; oorlog met Engeland, Frankrijk, Munster en Keulen.

Twee jaar bezetting

In 1672, in de geschiedenis bekend als het 'Rampjaar', bezetten troepen van de bisschoppen van Münster en Keulen ook Zwolle. Deze bezetting duurde twee jaar. De Keulse keurvorst en kardinaalaartsbisschop Maximiliaan Hendrik Ernst van Beieren liet Arnold Waeyer (1606-1692), die in de schuilkerkentijd priester was en de kloosterkroniek goed kende, de plek aanwijzen op Bergklooster, waar Thomas a Kempis begraven was. Hij wilde de stoffelijke resten van Thomas als relikwieën naar zijn Keulse residentie meenemen, omdat hij vreesde dat Thomas' grafplaats in de Calvinistische republiek niet veilig was. Zover is het niet gekomen en nog altijd rust Thomas' gebeente (maar beslist niet alles!) in een reliekkist uit 1674 met het opschrift: Reliquiae pii Thomae a Kempis (de relieken van de vrome Thomas a Kempis). Het is Waeyers verdienste dat deze voor Zwolle behouden is gebleven. Helaas gingen zijn opvolgers er wat lichtzinniger mee om.

13.06.1672. Zwolle bezet door troepen van Maximiliaan Hendrik van Beieren aartsbisschop en keurvorst van Keulen en door Christoffel Bernard van Galen. Nieuwe tijdrekening ingevoerd. Deze bezetting zal tot 10.05.1674 duren.

10.07.1672. (oude tijdrekening = Juliaanse kalender. Voor de Gregoriaanse kalender moeten er in dit geval 12 dagen bij worden geteld. Overijssel voerde pas in 1700 deze kalender in). Aankomst in Zwolle van Maximiliaan Hendrik Ernst.

11.07.1672. Aartsbisschop met een afdeling ruiterij naar de Agnietenberg

13.07.1672. Arnold Waeyer met Commissaris en Domheer Henricus Meringh namens de Keurvorst naar Agnietenberg om de grafplaats van Thomas van Kempen te bepalen.

01.08.1672. Donderdag. Kist met het gebeente van Thomas gevonden. Aanwezig: Waeyer, Meringh, en drie regulieren. (Waeyer schrijft zijn ooggetuigenverslag, Attestatie van ’t vinden der gebeenten van den Godtsaligen Thomas van Kempen op 1 augustus 1672 (‘ouden stijl’, in octava ejus).

03.08.1672. Bij de ‘elevatie’ en het openen van de kist zijn aanwezig: Waeyer, Meringh, Dr. Emmanuel van Twenhuysen (schout), Franciscus Corly (reguliere koorheer), Caspar Everhardus Schrieck (reguliere koorheer). Het gebeente van Thomas’ wordt uit het graf genomen, in wit lijnwaad gewikkeld en onder grote belangstelling per koets overgebracht naar de woning van Emmanuel van Twenhuysen. Diezelfde avond nog worden de stoffelijke resten naar de Sint Josephkapel/statie/woning van Waeyer aan de Spiegelsteeg overgebracht.

28.08.1672. De keurvorst vertrekt uit Zwolle en geeft zijn vertegenwoordiger domheer Meringh de opdracht een reliekkist te laten maken. Aan Waeyer geeft hij de opdracht ‘de relieken wel te bewaren en ze niet te vervreemden of te verstrooien’.

10.05.1674. Einde bezetting. Staatse troepen nemen Zwolle weer in bezit. Oude tijdrekening weer ingevoerd. (= oude stijl).

29.06.1674. Feestdag van Petrus en Paulus. Het gebeente van Thomas wordt door Waeyer in een reliekkist met een loden? of glazen binnenkist gelegd, De houten, barokke buitenkist is gemaakt door de schrijnwerker Hermannus van Arnhem (1648-1702) in opdracht van de keurvorst. De schrijn blijft in de Josephkapel aan de Spiegelsteeg.

01.07.1674. Poging van de prior van Groenendaal, Hermannus Soly (1672-1686), om per brief en met hulp van Van Neercassel (apostolisch-vicaris) en van Van Someren (pastoor van de statie Onder de Bogen) het gebeente van Thomas te verwerven. In 1683 volgt een tweede poging.

Na 1674 heeft Thomas' gebeente weinig rust gehad

Op meerdere plaatsen in Zwolle heeft de reliekschrijn een plaats gevonden maar steeds dwongen de omstandigheden een nieuwe plaats te zoeken. Medio 2006 is de reliekschrijn in een indrukwekkende plechtigheid, overgebracht van de, inmiddels gesloten, Michaelskerk aan de Bisschop Willebrandlaan in Zwolle naar de Onze Lieve Vrouwe Basiliek (beter bekend als 'De Peperbus') in de binnenstad van Zwolle. Daar kan men tijdens de openingsuren van de kerk de reliekschrijn bezoeken. De Stichting Grafmonument Thomas a Kempis zet zich in voor het verwerkelijken van een passend monument voor Thomas a Kempis waarin de reliekschrijn kan worden opgenomen.

24.08.1676. Keurvorst verzoekt Waeyer per Latijnse brief door Leonardus Ingenrae, kapelaan-aalmoezenier van de keurvorst, het gebeente aan de reguliere kanunniken in Keulen in bewaring te geven. Waeyer beantwoordt de brief niet.

8/18.7.1679 ?? Verzoek van de bisschop van Munster de relieken af te staan voor zijn huiskapel.

1683. Nieuwe poging door pater Soly om met hulp van Van Neercassel het gebeente van Thomas te verwerven. Waeyer antwoordt niet.

04.03.1809. Lodewijk Napoleon bepaalt dat de Onze Lieve Vrouwekerk teruggegeven wordt aan de rooms-katholieke gemeenschap van Zwolle.

1809. In dit jaar wordt de statie aan de Spiegelsteeg opgeheven en samengevoegd met de statie Onder de Bogen. De reliekkist wordt in deze statie ter zijde van het altaar opgesteld.

Rond 1825. Een medicus verklaart dat van het gebeente alleen nog de linkerzijde aanwezig is.

07.07.1830. L. Prinsen van Delden verklaart per brief in tegenwoordigheid van getuigen een stuk gebeente uit de reliekkist te hebben genomen.

10.11.1838. Zelfde Prinsen betuigt per brief spijt en retourneert het reliek.

17.09.1847. De Benedictijn Dom J.B. Pitra, van de abdij van Solesmes, bedankt per brief Antonius Tempelman, pastoor van de statie ‘Onder de Boogen’, voor de ontvangst van een deel der beenderen van Thomas van Kempen i.c kakebeen met drie tanden.

1848. Ter plaatse van de Onder de Bogenkerk aan de Nieuwstraat wordt een nieuwe Waterstaatskerk gebouwd die tot 1892 in gebruik is geweest. De gebouwen van de oude statie Onder de Boogen worden afgebroken, wegens bouwvalligheid. Een nieuwe kerk in klassicistische stijl is van 1848 tot 1892 in gebruik als parochiekerk. De reliekkist werd geplaatst terzijde naast het altaar of in de sacristie. Waar bleef de kist tussen 1809 en 1848 ?

1887. Sir Francis Richard Cruise, hoogleraar in de medische faculteit aan de Universiteit van Dublin, bezoekt Zwolle, maakt met toestemming van pastoor Roelofs een foto van Thomas’ schedel en constateert dat de onderkaak ontbreekt. Het betreft hier de Waterstaatskerk!

1892. De reliekschrijn wordt overgebracht naar de sacristie van de nieuw gebouwde St. Michaëlkerk (neogotisch) aan de Roggestraat hoek Nieuwstraat.

01.07.1894. Wedstrijd uitgeschreven voor een ontwerp epitaaf ter nagedachtenis aan Thomas van Kempen. Sluitingstermijn 15.01.1895. Er komen 18 inzendingen binnen. Cie-voorzitter is dr. H.J.A.M. Schaepman, te Driebergen.

Mei 1895. Bekendmaking van de winnende ontwerpen. Eerste prijs (ƒ 1000,-) Atelier Mengelberg te Utrecht, tweede prijs (ƒ 500,-) atelier Van Uytvanck te Leuven. 

10.11.1897. De reliekschrijn, voor deze gelegenheid gerestaureerd, wordt geplaatst in het Thomas a Kempismonument van Mengelberg, dat op die dag in de Michaëlkerk onthuld is. De aartsbisschop van Utrecht, Henricus van de Wetering (Hoogland 1850, Driebergen 1929), bisschop van 1895 tot 1929, verzegelt met lakzegels en een oorkonde de glazen binnenkist van de schrijn, die met het monument tegen de oostelijke toren(binnen)muur van de neogotische Michaëlkerk staat opgesteld. De kerk werd op 27.09.1892 gewijd. Voorzitter dr. H.J.A.M. Schaepman spreekt de feestrede uit.

Maart 1898. Het smeedijzeren hekwerk van de Zwolse smid Gerard van Rossum wordt om het Mengelbergmonument geplaatst.

1906. De Thomas à Kempisvereeniging houdt haar eerste vergadering in het dorp Windesheim. Daar is ook een groepsfoto gemaakt, waarop praktisch alle Zwolse notabelen te zien zijn. De vereeniging wordt in 1938 opgeheven. De archivalia worden samengevoegd met die van de VORG. (Verder is mij van deze vereniging niets bekend.)

(11.06.1919. Op de Sint-Agnietenberg wordt een gedenksteen van musschelkalk, ontworpen door dr. P.J. Cuypers, ter nagedachtenis aan Thomas van Kempen, onthuld door dr. J.C. van Slee, voorzitter van de Vereeniging tot Beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis. Pater G.A. Meijer O.P.,subprior van het Dominicanenklooster te Zwolle, spreekt een rede uit. De hoogbejaarde architect Cuypers is voor deze gelegenheid naar Zwolle gekomen.)

02.09.1962. Eerste steenlegging van de nieuwe Michaëlkerk aan de Middelweg.

07.03.1964. Nieuwe Sint-Michaëlkerk geconsacreerd door Bernardus kardinaal Alfrink, aartsbisschop van Utrecht.

1965. De neogotische Sint Michaëlkerk aan de Roggestraat wordt afgebroken. Het epitaaf van W.F. Mengelberg uit 1897 een z.g. wandgrafmonument, waarin de reliekschrijn was geplaatst, wordt gesloopt.

1965(?). Kist met relieken overgebracht naar de nieuwe Sint Michaëlkerk aan de Middelweg, thans Bisschop Willebrandlaan in de wijk Dieze-Oost in Zwolle.

15.05 t.m. 23.05.1971. Thomasfest in Kempen (Dld). T.g.v. het 500ste sterfdag van Thomas werd de reliekschrijn uitgeleend aan Kempen. De schrijn werd opgesteld in de proosdijkerk Sankt Maria Geburt.

21.08 t.m. 24.08.1980. Thomasjahr in Kempen (Dld). T.g.v. 600ste geboortedag van Thomas werd de schrijn voor de tweede keer uitgeleend aan Kempen..

18.04.1982. Parochiebestuur Michaëlkerk verzoekt het college van B&W de maquette (2de prijs) van het gedachtenismonument uit de 19de eeuw aan de parochie te willen afstaan.

28 en 29.12.1983. De maquette van het ontwerp gedachtenismonument wordt overgebracht van een tuinhuisje aan het Roodhuizerpad naar de r.k. Sint-Michaëlkerk aan de Bisschop Willebrandlaan en opgesteld in het trefcentrum. Ton Hendrikman m.m.v. pastor Leo Koerhuis startte in 1981 een reddingsactie de tweede prijsmaquette veilig te stellen. De Rotary draagt de kosten.

01.02.1988. Het parochiebestuur van de Michaëlkerk geeft te kennen de maquette weer kwijt te willen.

20.04.1988 Opgericht: Comité voor behoud Thomas a Kempismonument. Voorz. drs .H.J. Aarts. Hierin vertegenwoordigd: Prov. Overijssels Museum, Thomas a Kempis College,Vrienden van de stadskern, Werkgroep Thomas a Kempis. Op monumentenniveau wordt nog enige tijd gesteggeld over de vraag of het tuinhuisje een wegkapel is ten noorden van de grote rivieren en dus uniek.. Na enige tijd wordt het tuinhuisje gesloopt.

17.10.1988. Ten overstaan van notaris Klein te Zwolle wordt de Stichting Thomas a Kempis opgericht v.h Werkgroep Thomas a Kempis. Eerste voorzitter Ton Hendrikman.

1999. De Onze Lieve Vrouwekerk wordt t.g.v. het 700 jarig bestaan verheven tot ‘basilica minor’.

2001. Arnout van Albada (geb. 1968) schildert in opdracht van ondergetekende een nieuw portret van Thomas a Kempis ter vervanging van het portret, dat in het Walraff-Richardmuseum in Keulen hing in WO II verloren is gegaan. Het portret wordt toegeschreven aan Johan van den Mynnesten, een tijdgenoot van Thomas.

02.02.2001. Fusie van de rooms-katholieke parochies in Zwolle tot een nieuwe parochie onder de naam: Parochie Thomas a Kempis. Het Rectoraat Thomas van Aquino (o.p.) blijft zelfstandig.

22.06.2001. De Stichting Doorgang Dominicaanse Projecten verstrekt aan de Zwolse beeldhouwer Tom Waterreus de opdracht een nieuw beeld van Thomas a Kempis te maken ter vervanging van het sterk verweerde oude beeld van Mengelberg voor het Dominicanenklooster t.g.v. het eeuwfeest in 2002. Het beeld wordt gesponsord door de Lions Zwollerkerspel.

23.05.2002. Nieuw beeld van Thomas a Kempis wordt geplaatst op de console aan de buitengevel van het Dominicanenklooster aan de Assendorperstraat 29 te Zwolle.

31.05.2002. Onthulling van het Thomas a Kempisbeeld door pater A. Voss o.p.

09.11.2002 tot 12.01.2003. Het Stedelijk Museum Zwolle richt een aparte tentoonstelling in met als titel aan God gehecht. Centraal staat het levensgrote gereconstrueerde Thomas van Kempenmonument (Mengelberg), aangevuld met bewaard gebleven beeldfragmenten (koppen) van het oorspronkelijke monument.

2004. Bisdom Utrecht besluit de Sint-Michaëlkerk aan de Bisschop Willebrandlaan aan de eredienst te onttrekken.

30.04.2003. Burgemeester Meijer van Zwolle speldt Ton Hendrikman als ‘ambassadeur’ van de Moderne Devotie de koninklijke onderscheiding op ‘Ridder in de orde van Oranje Nassau’.

09.02.2005. Oprichting Stichting Grafmonument Thomas a Kempis ten overstaan van notaris mr. Evert Johan Wemes te Harderwijk. Voorzitter Pierre Pinkse, rector Thomas a Kempiscollege te Zwolle.

20.11.2005. Laatste eucharistieviering in de aan de eredienst onttrokken Sint Michaëlkerk aan de Bisschop Willebrandlaan in Zwolle.

01.12.2005. Parochiebestuur van de parochie Thomas a Kempis maakt het besluit bekend, wat er met de kerkschatten gaat gebeuren. De reliekschrijn uit 1674 met de resten van Thomas van Kempen zal in de Onze Lieve Vrouwebasiliek aan de Ossenmarkt worden geplaatst.

04.06.2006. Hoogfeest van Pinksteren. Plechtige overbrenging van de schrijn naar de basiliek vanuit de Sint Michaëlkerk aan de Bisschop Willebrandlaan via Bergklooster met de afsluitende vespers van Pinksteren. Voorganger: Mgr. dr. Gerard J.N. de Korte, hulpbisschop van het Aartsbisdom Utrecht. Aanwezig ondermeer pastor Gé Nijland, scheidend pastoor van de parochie Thomas a Kempis, Peter v.d. Weide, komend pastoor en dr. Rudolf Th.M. van Dijk O.Carm. verbonden aan het Titus Brandsma Instituut te Nijmegen. De ‘translatio reliquiarum Thomae Kempensis’ werd voorbereid door een projectgroep, waarin vertegenwoordigd waren: het parochiebestuur, de locatieraad van de Sint Michaëlkerk, de Stichting Thomas a Kempis en de Stichting Grafmonument Thomas a Kempis.

12.10.2006. Het ontwerp gedachtenismonument (epitaaf) van de kunstenaars Benoît van Uytvanck en Camille Goffaerts uit 1894 ter nagedachtenis aan Thomas a Kempis is vanuit de gesloten r.k. Sint-Michaëlkerk overgebracht naar de Onze Lieve Vrouwebasiliek aan de Ossenmarkt in Zwolle en voorlopig geplaatst tegen de westwand van het zuidertransept.

18.02.2008. Ten huize van Paulus ten Doeschate vindt een gesprek plaats over de restauratie van voornoemd gedachtenismonument. Behalve ten Doeschate zijn aanwezig Han Eggens, beeldhouwer, en Ton Hendrikman. De laatste overhandigt Paulus de losse fragmenten van het gedachtenismonument (36 stukjes), waaronder het kopje van het Sint-Agnesbeeldje, die hij bewaard heeft sinds de overbrenging van de maquette in 1983 naar de Sint-Michaëlkerk aan de Bisschop Willebrandlaan. In maart of april 2008 wordt het monumentje vervoerd naar het atelier van Han Eggens in Nieuwleusen voor restauratie en aanvulling van verloren gegane fragmenten.

17.10.2008. De Stentor/Zwolse Courant maakt melding van de herplaatsing van het gerestaureerde ontwerp-Thomas a Kempismonument in het zuidertransept van de Onze Lieve Vrouwebasiliek.

12.03.2009. T.V.Oost besteedt in haar uitzending ‘Beeldenstorm’ aandacht aan de restauratie van het monument, dat destijds de tweede prijs werd toegekend.

04.03.2011. Opening reliekkist in tegenwoordigheid van: Peter van der Weide, pastoor van de parochie Thomas a Kempis, Paulus ten Doeschate, voorzitter locatieraad van de, basiliek Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming, Marjan Brouwer, conservator Stedelijk Museum Zwolle, Joop van Putten, fotograaf, Ton Hendrikman, oud-voorzitter en adviseur van de Stichting Thomas a Kempis en voorzitter van de Publicatie- en Kunstcommissie van de O.L.V.basiliek. Doel van de bijeenkomst is te komen tot een driedimensionale gezichtsreconstructie m.b.v. Thomas’ schedel na forensisch onderzoek. De glazen binnenkist bleek alleen te kunnen worden geopend door op de hoekpunten de verzegeling te verbreken. Hierover zal de (Hulp)bisschop van Utrecht, Mgr. Herman Woorts, zich moeten uitspreken.

12.05.2011. Op deze gedenkwaardige donderdag om 15.15 uur werd in aanwezigheid en met toestemming van Mgr.drs. Herman Woorts (hulpbisschop en vicaris-generaal van het aartsbisdom Utrecht), drs. Peter van der Weide (pastoor van de parochie Thomas a Kempis), drs. Marjan Brouwer (conservator Stedelijk Museum Zwolle), Paul van der Vegte (koster), Joop van Putten (fotograaf),

Ton Hendrikman (voorzitter van de publicatie- en kunstcommissie van de Onze Lieve Vrouwebasiliek en initiatiefnemer van dit project) de reliekkist met het gebeente van Thomas van Kempen, geopend. De zegels met het aartsbisschoppelijke zegel van mgr. Van de Wetering uit 1897 werden door mgr. Herman Woorts verbroken en de glazen binnenkist geopend. De inhoud van de schrijn is tijdelijk opgeslagen in de kluis van het Stedelijk Museum voor wetenschappelijk onderzoek. Ondermeer wordt onderzocht of in een forensisch laboratorium een driedimensionale reconstructie van het hoofd van Thomas kan worden gemaakt.

11.07.2011. Na onderzoek door fysisch antropologen werd het gebeente van Thomas a Kempis vanuit de kluis van het Stedelijk Museum Zwolle teruggeplaatst in de reliekkist en in zuurvrij materiaal verpakt. Er ontbrak te veel aan de schedel om tot een verantwoorde reconstructie te komen. De houten buitenkist en glazen binnenkist werden in de nis achterin de kerk tegen de zuidmuur gezet. Aanwezig waren: Peter van der Weide (pastoor), Marjan Brouwer (conservator SMZ), Bert Pierik (beheerder begraafplaats Bergklooster), Ton Hendrikman (publicatie- en kunstcommissie) en echtgenote. Op een later tijdstip wordt ook de verzegeling van de glazen binnenkist met het bisschoppelijke zegel en oorkonde hersteld. Er verschijnt nog een onderzoeksrapport van fysisch antropologen over het gebeente van Thomas.

24.02.2012. Na een eenvoudige en sobere ‘Gebedsviering bij de nieuwe verzegeling van het gebeente van Thomas a Kempis’, werd de reliekkist met de glazen binnenkist opnieuw verzegeld en voorzien van een nieuwe oorkonde. De verzegeling met het aartsbisschoppelijk zegel van Mgr. Eijk werd verricht door vicaris Herman Woorts, geassisteerd door Arie Trum (calligraaf). De oorkonde uit 1897 werd in bewaring gegeven aan het Historisch Centrum Overijssel. De plechtigheid werd door ± 100 mensen bijgewoond, radio en regionale televisie, maakten opnamen. De tekst van de nieuwe oorkonde luidt:

 

Onze Lieve Vrouwebasiliek in Zwolle

 

Op 10 november 1897 verzegelde met het bisschoppelijk zegel Mgr. Henricus van de Wetering, aartsbisschop van Utrecht de glazen binnenkist met het gebeente van Thomas van Kempen. Deze bevindt zich in een houten buitenkist uit 1674. 

Op 12 mei 2011 werden de zegels verbroken door Mgr. drs. Hermanus Willibrordus Woorts, hulpbisschop en custos reliquiarum van het Aartsbisdom Utrecht om de toestand van het gebeente te onderzoeken.

Op 11 juli 2011 werd het gebeente, verpakt in zuurvrij materiaal, teruggeplaatst in de houten buitenkist en glazen binnenkist.

Op 24 februari 2012 werd de glazen binnenkist opnieuw verzegeld door Mgr. drs. Hermanus Willibrordus Woorts en voorzien van het zegel van kardinaal dr. Willem Jacobus Eijk, aartsbisschop van Utrecht en van deze tweede oorkonde voorzien. De oorkonde uit 1897 is in bewaring gegeven aan het Historisch Centrum Overijssel.

Aanwezig bij deze handelingen waren:

Mgr. drs. Hermanus W. Woorts, hulpbisschop en custos reliquiarum Aartsbisdom Utrecht.

Drs. Petrus L. van der Weide, oud-pastoor van de parochie Thomas a Kempis

Johannes F.M. Boogers, pastoor parochie Thomas a Kempis

Drs. Paulus F.D. ten Doeschate, voorzitter locatieraad OLV basiliek

Paulus H.M. van der Vegte, koster

Antonius J. Hendrikman, Kunst- en Publicatiecie OLV basiliek

Berend Pierik, secr./penningm. beheerder begraafplaats Bergklooster

Drs. Jansje Brouwer, oud-conservator Stedelijk Museum Zwolle

Drs. Albertus G. de Vries MBA, Historisch Centrum Overijssel

Johannes C.R. van Putten, fotograaf .

Arie Trum A.D.2012

 

 

 

25.02.2012. De beheerder van begraafplaats Bergklooster in Zwolle weet de hand te leggen op een schilderij (150x100 cm) voorstellende Thomas a Kempis op de Agnietenberg in de bekende pose. Ouderdom en maker vooralsnog onbekend. Het schilderij dook in Tilburg op en werd aldaar gekocht. .

18.03.2012. De Stichting Grafmonument Thomas a Kempis, opgericht 9 februari 2005, presenteerde zich in het Stedelijk Museum Zwolle bij monde van zijn voorzitter Pierre Pinkse, Het definitieve plan voor de inrichting van de nis bestaat uit een zandstenen sokkel, waarop de reliekkist met Thomas’ gebeente rust. Daarboven een schilderij met het landschap van de Agnietenberg in herfsttooi. Voor het schilderwerk werd Bart Domburg aangezocht, schilder te Amsterdam. Doel van de middag: voorlichting en fondsvorming.

Nov. 2013. In de Overijsselse Historische Bijdragen (128ste stuk) ,een uitgave van de VORG, verschijnt een artikel van drs. Lydie van Dijk, waarin zij vermeldt waar de onderkaak met enkele tanden van Thomas gebleven is. Zie bladzijde 125-135 en voetnoot 76. Zij baseert dit feit op een reisverslag van Francis Richard Cruise uit 1887. Zie verder in dit bestand het jaar 18.09.1847.

09.12.2013. op de maandagochtend is de kalkstenen sokkel geplaatst op een arduinstenen voet in de nis achterin de Onze Lieve Vrouwebasiliek in Zwolle onder het oxaal door de firma Beernink uit Hattem. In de sokkel is de inscriptie gehakt: Thomas a Kempis 1380 - 1471 in Romeins kapitaal. Hiermee is de definitieve inrichting van de nis met reliekkist en schilderij van het landschap Bergklooster klaar. In februari 2014 wordt door de Stichting Grafmonument Thomas a Kempis het monument officieel aan het kerkbestuur van de parochie Thomas a Kempis overgedragen.

 

12.12.2013. Viering van het 25-jarig bestaan van de Stichting Thomas a Kempis in het Historisch Centrum Overijssel met een receptie en een voordracht van prof. dr. Frits van Oostrom, hoogleraar aan de Rijks Universiteit Utrecht, over de Moderne Devotie.

16.02.2014. Officiële overdracht van het nieuwe Thomas a Kempismonument van de Stichting Grafmonument aan de parochiegemeenschap van de basiliek door de voorzitter Pierre Pinkse aan de locatievoorzitter Paulus ten Doeschate.

Op zondag 16 februari na de eucharistieviering van 11.00 uur in de Basiliek van Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming, waarin pastoor Hans Boogers en diaken Michaël Buykx voorgingen, werd achterin de kerk het nieuwe grafmonument van Thomas gewijd en vond per oorkonde de overdracht plaats van de verantwoordelijkheid voor het monument van de Stichting naar de parochiegemeenschap. Het monument is opgebouwd uit een arduinstenen plint, een kalkstenen sokkel, de reliekkist uit 1672 en een schilderij van het landschap van Bergklooster in herfsttooi. Het geheel ademt een sfeer van uiterste soberheid.

Ook werd een boekje ( Een monument voor Thomas a Kempis, auteur Ton Hendrikman) over de geschiedenis van de reliekkist in druk gepresenteerd en werden de eerste exemplaren aan de pastoor en de voorzitter van de Locatieraad door hem uitgereikt.

15.12.2015. Bericht ontvangen van Lydie van Dijk (oud conservator SMZ) dat frère Arnaud Castelbajac van de abdij Solesmes bevestigt de aanwezigheid aldaar van de onderkaak van Thomas van Kempen. (zie ook 17.09.1847).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Extra informatie.

 

In 1660 werd Waeyer per brief benoemd tot aartspriester van Zwolle en omgeving door Volquerus Herckinge (1618-1660). Hieraan werd officiëel geen ruchtbaarheid gegeven. Het was de bedoeling van Herckinge dat Waeyer hem als aartspriester én als pastoor van de statie Onder de Bogen zou opvolgen. Maar Van Neercassel benoemde Van Someren tot pastoor, hetgeen tussen de staties Spiegelsteeg en Onder de Bogen wrijving gaf. In 1666 legde Waeyer zijn functie van aartspriester neer. Door de apostolisch-vicaris Pieter Codde (1686-1702) werd Waeyer in 1688 weer in zijn functie hersteld. Wel bleef hij pastoor van de statie aan de Spiegelsteeg met de Sint Josephkapel. Ten tijde van de opgraving van het gebeente van Thomas was Waeyer dus geen aartspriester; wel telde Zwolle twee pastoors. In diezelfde tijd speelde in Zwolle de problematiek van het Jansenisme. Van Someren en Van Neercassel werden daarvan verdacht. Overigens ook hun opvolgers Codde en Van Blockhoven. Temidden van deze conflictueuze situatie werden de Jezuïeten van de staties aan de Koestraat en het Hoornsteegje (Steegjeskerk) in 1707 de stad uitgezet.

 

 

Tot aan het overlijden van Arnold Waeyer (Zwolle 1606 - Zwolle 1692) is het gebeente van Thomas veilig gesteld, daarna vindt de ‘uitverkoop’ van de relieken plaats. In 1825 wordt vastgesteld dat de rechterzijde van het gebeente is verdwenen. In 1847 stond pastoor Antonius Tempelman (van de statie Onder de Bogen) het kakebeen met drie tanden af aan Dom Pietra (OSB) van Solesmes.

Oprichting commissie Thomas a Kempismonument. Initiatiefnemer kanunnik, deken en pastoor L.B. Mulder uit Wolvega; lid van de commissie is o.a. Nicolaas van Balen, pastoor van de Michaëlkerk en sinds 1897 deken van Zwolle. Een andere pastoor van deze parochiekerk was W.F. Blom (1919-1929), curator van het stedelijk gymnasium, censor van het Overijsselsch Dagblad. Hij maakte Van Ginneken attent op handschriften in Zwolle betreffende de Navolging en gaf daarmee nieuwe impulsen aan de auteurskwestie, koopt de bibliotheek van dr. Michael Joseph Pohl, rector van het Thomaeum te Kempen, voor de parochiebibliotheek.

 

 

Staties

In de schuilkerkentijd waren er in Zwolle vier staties:

1. Onder de Bogen aan de Bitterstraat formeel begonnen in 1636, pastoor en pro-vicaris Volquerus Herckinge (1618-1662).

2. Statie in de Spiegelsteeg of Sint-Josephkapel. Opgericht in 1638, pastoor en aartspriester Arnold Waeyer (1631-1692).

Per brief van 4 maart 1809 bepaalt Lodewijk Napoleon dat de Onze lieve Vrouwekerk teruggegeven wordt aan de rooms-katholieke gemeenschap van Zwolle.

In 1809 wordt de statie aan de Spiegelsteeg opgeheven na het overlijden van pastoor Gerardus Campmans (1801-1809) en samengevoegd met de statie Onder de Bogen onder leiding van pastoor Johannes Jasper (1809-1846).

In 1854 wordt Onder de Bogen omgezet in de parochie St. Michaël met een eigen parochiekerk, de waterstaatskerk aan de Nieuwstraat. De eerste pastoor was Andreas Ignatius Schaepman (1853-1857).

3. Statie Hoornsteegje of Steegjeskerk, gesticht door Jezuïeten in 1667. Na 1707 door seculiere geestelijkheid onderhouden.

4. Statie Koestraat, gesticht door Jezuïeten in 1670. De laatste geestelijke was een wereldheer.

In 1811 wordt de statie aan de Koestraat opgeheven en samengevoegd met de Steegjeskerk o.l.v.

Johannes Vitus Meijer (1799-1821). Van 1838 tot 1843 was Andreas Ignatius Schaepman als kapelaan verbonden aan deze statie.

 

In 1854 wordt de Steegjeskerk opgeheven en omgevormd tot de parochie O.L.V. ten Hemelopneming met als kerkgelegenheid de kerk aan de Ossenmarkt. De eerste pastoor wordt Henricus van Kessel (1855-1866). In 1866 opgevolgd door pastoor J.P.N. van Santen, die eveneens pastoor en aartspriester werd en in hetzelfde jaar door Otto Anton Spitzen (1866-1889) als pastoor. Van Santen blijft aartspriester. Van 1811 tot 1855 in de O.L.V.kerk twee gezongen misvieringen, om en om verzorgd door de pastoors van de staties Steegjeskerk en Onder de Bogen. De eerste eucharistieviering in de kerk sinds de reformatie vindt plaats op 24 augustus 1811 door Johannes Vitus Meijer, pastoor van de Steegjeskerk. In 1855 werd het aandeel van de Michaëlparochie in de O.L.V. afgekocht voor f.12.000,-

Andreas Ignatius Schaepman (Zwolle 1815-Utrecht 1882). Hij was pastoor van de Michaëlparochie (1855-1857), president groot-seminarie Rijsenburg 1857, aartsbisschop van Utrecht in (1868-1882) en volgt Johannes Zwijsen (1794-1877) op. Oprichter van Congregatie Fraters van O.L.V. van het H. Hart in 1873, ook wel Fraters van Utrecht genoemd. Mgr. Zwijsen stichtte in 1832 de Zusters van Liefde in Tilburg. Een klooster van deze congregatie werd in 1844 in Zwolle gevestigd. De Fraters van Tilburg kwamen in 1890 naar Zwolle. Ook deze congregatie werd in 1844 in Tilburg gesticht.

Otto Antonius Spitzen (Steenwijkerwold 1821-Zwolle 1889), hoogleraar groot seminarie Warmond (1851-1857), pastoor in Heino (1857-1866), pastoor in Zwolle O.L.V. (1866-1889, bemoeienissen met het auteurschap Thomas a Kempis, presenteert een alternatief onderwijsplan voor het Zwols voortgezet katholiek onderwijs in 1870 na de aanname van de M.O.-wet in 1863, het mandement van de bisschoppen in 1868 (gericht tegen de L.O.-wet van 1857, omdat die de facto resulteerde in de godsdienstloze school) en na grote beroering die ontstaat, wanneer enkele notabelen de jezuïeten naar Zwolle willen halen.

 

Stichting Zusters van Liefde (1832) in 1844 naar Zwolle. (Zwijsen)

Stichting Fraters van Tilburg (1844) in 1890 naar Zwolle. (Zwijsen)

Stichting Fraters van Utrecht (1873) niet in Zwolle. (Schaepman)

De Fraters van Tilburg vestigen zich eerst in de oude pastorie van oude waterstaatskerk Onder de Bogen aan de Rozemarijnstraat en hebben een school (Michaëlschool aan het Aa-plein) en de Aloysiusschool op de plaats van het Olde Convent aan de Praubstraat. De fraters vallen onder de Michaëlparochie. In 1924 verhuizen zij naar de Burgemeester van Royensingel (vh. Groot Wezenland) en vallen dan onder de parochie van O.L.V. ten Hemelopneming.

 

 

 

Literatuur

* P.H.T. Braam, Levensschets van Thomas à Kempis (Zwolle 1881).

* U. de Kruijf, J. Kummer, F. Pereboom, Een klooster ontsloten. De kroniek van Sint-Agnietenberg bij Zwolle door Thomas van Kempen (Kampen 2000).

* J. Mooren, Nachrichten über Thomas a Kempis nebst einem Anhange von meistens noch ungedruckten Urkunden (Arnheim/Krefeld, 1855).

* W.G.A.J. Röring, Thomas a Kempis zijne voorgangers en zijne tijdgenooten (Utrecht 1902)

* H.A. Stalknecht. Mensen van mondig geloof (Zwolle 2007)

* Dr. F.B.M. Tangelder, ‘Otto Anton Spitzen, een katholiek emancipator in Overijssel in de tweede helft van der vorige eeuw’, in: Overijsselse portretten (VORG Zwolle 1956) 283-299.

* Th. J. de Vries, Gedenkboek van de Sint Michaël-Parochie te Zwolle eertijds Statie “Onder den Bogen” bij haar 300-jarig bestaan. 1641-1941 (Zwolle, 1941)

* Registrum Memoriale (GAZ KA074, Archief O.L.V. parochie 437 I-IX) bijgehouden door de pastoors van de kerk vanaf H. van Kessel (1853-1866) tot en met G. Terpstra (1964-1975).

* G.A. Meijer, O. P. (uitg.), Nopende het Aerts-priesterschap van Swolle …(Zwolle 1917) 200-207.

(Voor de opgraving zie: ‘Attestatie van ‘t vinden der gebeenten van den Godtsaligen Thomas van Kempen ‘… (pag. 200)

* Katholieke Illustratie, 28ste jrg., 1894/95, pp. 339-342.

* Berichten in de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant, De Tijd en

De Nieuwe IJsselbode (1870-1895)

* Lydie van Dijk, ‘Geen stad ligt zo prachtig…Reizigers in Zwolle’ in: Overijsselse Historische Bijdragen (128ste stuk, Hilversum 2013, pp. 125-135)

* J.A.J. Temmink, 1230-1930 VII eeuwen Zwolsche geschiedenis (Zwolle 1930) pp.30-32 en 113.

 

Laatste artikelen