Thomas a Kempis (Thomas Hemerken of Thomas von Kempen of Tomas de Kempis) werd circa 1380 geboren in Kempen in het huidige Noordrijn Westfalen in de buurt van Venlo.
Thomas was een priester, schrijver, mysticus en kopiits. Hij was lid van de spirituele beweging van de Moderne Devotie en een volgeling van Geert Grote en Florens Radewijns, de stichters van de congregatie van de “broeders van het gemene leven”. Deze geestelijke beweging beoogde een terugkeer naar het leven van de eerste christengemeente en de verbetering van de leefomstandigheden van de bevolking en was ontstaan uit onvrede met de wanpraktijken in de katholieke kerk. De Moderne Devotie stond voor een persoonlijke vorming en een praktische navolging van Christus.
Thomas vertrok op jonge leeftijd (12 jaar) naar Deventer om te studeren en kwam daar in aanraking met de Moderne Devotie. Zijn oudere broer Johannes was toen al in Deventer. Thomas woonde in Deventer in een kosthuis voor arme scholieren. Hij werd Augustijner monnik en leefde vanaf 1398 het grootste deel van zij leven in Zwolle in het klooster op de Agnietenberg. In 1407 deed Thomas zijn professie en in 1413 of 1414 werd hij priester. In 1425 werd hij tot sub prior benoemd. Ook was hij waarschijnlijk novicen meester, waardoor hij een rol speelde bij de opleiding en vorming van de jonge kloosterlingen. Thomas schreef uitspraken en kernachtige spreuken uit zijn omgeving op te tekenen in een notitieboekje (latijn: rapiarium). Waarschijnlijk vormden deze aantekeningen de basis voor zijn Navolging van Christus. Binnen de christelijke cultuur geldt dit werk als het meest gelezen boek na de Bijbel.
Thomas heef niet alleen veel stichtelijke werken gekopieerd, maar ook zelf veel boeken geschreven. Beroemd is hij geworden met zijn De Imitatione Christi. Het boek is geschreven in het Latijn en is in bijna iedere taal vertaald. Er worden nog steeds nieuwe vertalingen gepubliceerd. Van de meer dan 3000 edities, worden er In het British Museum ongeveer 1000 bewaard. In de Koninklijke Bibliotheek in Brussel wordt het handgeschreven exemplaar bewaard Ook nu worden ieder jaar nieuwe uitgaves in diverse talen gepubliceerd. Van de meer dan 3000 edities, worden er In het British Museum ongeveer 1000 bewaard. In de Koninklijke Bibliotheek in Brussel wordt het handgeschreven exemplaar bewaard en in Kempen kent men het Thomas Archiv met veel bijzondere exemplaren. Het is een boek dat dat door veel mensen in de hele wereld al eeuwen lang gelezen wordt. Het behoort tot de meest gelezen boeken van de mensheid.
Naast de Imitatione schreef Thomas nog veel ander werk. Zo schreef hij talrijke ascetische en historische werken, alle in het Latijn, behalve één klein traktaatje in het Nederlands. De historische traktaten, zijn: Vita Lidewigis (Leven van Liduina van Schiedam), Dialogus noviciorum (Samenspraak van novicen), Vita Gerardi Magni (Leven van Geert Groote), Vita Florentii (Leven van Florens Radewijnsz), Vita discipulorum Florentii (Leven van de leerlingen van Florens Radewijns) en de Chronica montis Sanctae Agnetis, de kroniek van zijn eigen klooster, waarin talrijke gegevens over hem zelf. Hierin is de periode 1386-1471 beschreven. Thomas is in 1471 overleden.
De belangrijkste ascetische werken naast De Imatione Christi zijn: De tribus tabernaculis, beschouwingen over onthechting, zuiverheid en eenzaamheid; Soliloquium animae, Orationes et meditationes de vita Christi.
Alhoewel Thomas zich terugtrok in het klooster, verloor hij niet het zicht op de wereld om hem heen. Zo ging Wessel Gansfort (een van de eerste humanisten) graag bij Thomas op bezoek om te kunnen discussiëren over allerlei onderwerpen. Ook moest hij eens vluchten. vanwege een politiek/religieus conflict.
Thomas á Kempis stierf op 25 juli 1471in het klooster waar hij vanaf zijn negentiende meer dan 70 jaar had gewoond. Hij werd begraven in het klooster en later weer opgegraven en zijn stoffelijke resten werden in een schrijn in de Sint Michaëlskerk in Zwolle bewaard. Zijn kist is versierd met drie engelenkoppen en een banderol met het opschrift Reliquiae Pii Thomae a Kempis. In 2006 is zijn gebeente overgebracht naar de Basiliek van Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming in Zwolle.